Werken of naar school gaan, boodschappen doen, sporten, leuke dingen doen met vrienden. Het hoort allemaal bij het dagelijks leven. Toch is dit voor mensen met een beperking niet altijd zo vanzelfsprekend. In Caribisch Nederland bestaan daarbij nog niet dezelfde regels en hulpmiddelen voor mensen met een beperking als in Europees Nederland. Daardoor staan hun rechten op de eilanden extra onder druk. En kan niet iedereen volledig deelnemen aan de samenleving.
Inwoners van Caribisch Nederland met een beperking ervaren nog veel drempels in hun dagelijks leven. Bijvoorbeeld bij het reizen, het volgen van onderwijs, het vinden en behouden van werk en het bezoeken van openbare plekken. Een belangrijk internationaal verdrag dat rechten van mensen met een beperking ondersteunt en verbetert, is het VN (Verenigde Naties) verdrag handicap. In Europees Nederland geldt dit verdrag sinds 2016. Voor Caribisch Nederland geldt dit belangrijke mensenrechtenverdrag nog altijd niet.
Wat is het VN-verdrag handicap?
In het VN-verdrag handicap staat dat mensen met een beperking volledig mee moeten kunnen doen in de samenleving, net als ieder ander persoon. Iedereen heeft het recht om zelfstandig te wonen, naar school te gaan, het openbaar vervoer te gebruiken en aan het werk te zijn. En om zelfstandig besluiten te kunnen nemen, bijvoorbeeld als het gaat om geld. Mocht dat niet kunnen, dan moet iemand in ieder geval ondersteuning krijgen.
Ook moet de overheid mensen met een beperking betrekken bij besluiten over regelgeving en beleid. Dit is een belangrijke verplichting van het verdrag.
Voor wie is het VN-verdrag handicap?
Het verdrag is voor iedereen met een beperking of chronische ziekte. Veel mensen denken bij iemand met een beperking aan een persoon in een rolstoel of iemand die blind is. Maar er zijn ook veel onzichtbare beperkingen, zoals doofheid of autisme. Een beperking kan lichamelijk, mentaal, verstandelijk (waarbij iemand minder snel dingen leert of begrijpt) of zintuiglijk (zoals blindheid of doofheid) zijn. Volgens het verdrag moet de samenleving met al deze mensen rekening houden.
Wie is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het verdrag?
De overheid is volgens het VN-verdrag handicap verplicht om de samenleving toegankelijker en inclusiever te maken. Dat betekent dat zij ervoor moeten zorgen dat iedereen gebruik kan maken van onderdelen van de samenleving. En dat zij zich ook onderdeel van die samenleving voelen. Dat gaat onder andere om: mee kunnen doen aan onderwijs, zorg, werk en publieke voorzieningen als openbaar vervoer. Maar digitale toegankelijkheid is bijvoorbeeld ook belangrijk: gebruik kunnen maken van websites, applicaties en andere online content.
College: VN-verdrag handicap moet ook gelden voor Caribisch Nederland
Het College is toezichthouder voor het VN-verdrag handicap in Europees Nederland. Dat houdt in dat het onze officiële taak is om te controleren hoe het gaat met de uitvoering van het VN-verdrag handicap. Er hoort daarbij geen verschil te zijn in de gelding van een verdrag in verschillende gebieden van één land. Het College maakt zich er daarom hard voor dat dit verdrag ook gaat gelden in Caribisch Nederland. Zodat de situatie van mensen met een beperking op de eilanden beter wordt. In de video hieronder leggen we daar meer over uit.
Het College zet zich ook in om rechten van mensen met een beperking bekender te maken in Caribisch Nederland. En om verhalen van mensen met een beperking beter zichtbaar te maken. Lees bijvoorbeeld het verhaal van Jurgen en zijn moeder Maya, die wonen op Sint Eustatius. Het College heeft ook al meerdere bezoeken gedaan aan Caribisch Nederland, om zo goed mogelijk inzicht te hebben in de huidige situatie voor mensen met een beperking. Zodat als het VN-verdrag handicap ook op de eilanden gaat gelden, we als officiële toezichthouder nog verder in actie kunnen komen.
Video: meer regels nodig voor mensen met een beperking

Plannen van de overheid
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het VN-verdrag handicap in Europees Nederland. En heeft een belangrijke rol bij het laten gelden van het verdrag in Caribisch Nederland. De overheid heeft officieel aangegeven dat ze van plan is om het verdrag te laten gelden op de eilanden. Het College dringt hier al jaren op aan en vindt dat het te lang duurt. Er is daarbij nog steeds geen concrete planning. Eind 2024 stuurde het College een brief naar de Tweede Kamer om de druk op te voeren. In september 2025 heeft het College opnieuw in een brief gezegd dat het te lang duurt.
Er is ook goed nieuws: de overheid werkt aan een programma om toegankelijkheid en participatie te verbeteren in Caribisch Nederland. Dat staat in de werkagenda (of: het plan) voor het VN-verdrag handicap voor de komende jaren. Toegankelijkheid betekent dat iedereen, en dus ook mensen met een beperking, onderdelen van de samenleving kan gebruiken en begrijpen. En participatie gaat over mee kunnen denken voor beslissingen over onderwerpen die mensen met een beperking raken. De overheid zal ervaringsdeskundigen van de eilanden bij dit programma betrekken. Juist ook mensen met een beperking krijgen daarin dus een stem.
Discriminatie bij beperking of chronische ziekte
Vanaf 2026 gaat daarnaast de gelijkebehandelingswetgeving in voor Caribisch Nederland. Daarvoor heeft het College zich ook lange tijd hardgemaakt. Dat betekent dat mensen een klacht bij het College in kunnen dienen als zij denken gediscrimineerd te zijn, bijvoorbeeld door hun beperking. Het College kan dan een oordeel geven over of er sprake is van discriminatie. Meer informatie hierover lees je op onze pagina over recht op gelijke behandeling.
